Mariëlle’s blog over de wijkzorg – deel 50: Schrijnende situaties

Een 89 jarige man, door de huisarts aangemeld om zorg en casemanagement met betrekking tot dementie in te zetten. Meneer is een zorgmijder en laat weinig hulp toe. Hij is argwanend als ik bij hem aanbel. De eerste keer ben ik samen met de praktijkondersteuner van de huisarts.
Een kleine, magere, kwetsbaar uitziende man doet de deur open. Met een schuin oog kijkt hij ons aan en vraagt: “Wat komen jullie doen?” Als we binnen zijn, kijk ik om me heen en probeer de situatie in te schatten. De praktijkondersteuner vertelt wat wij komen doen en introduceert mij. We houden het oppervlakkig en ik heb vooral het doel om een volgende keer ook weer binnen te mogen komen.We richten het gesprek vooral op zijn leven; hij gaat daardoor steeds enthousiaster reageren.
Wat ik in huis zie is vervuiling en veel rommel, in de keuken staat vaat van weken oud, de koelkast loopt nog net niet weg, overal liggen snoeren en kussentjes met knuffels en koekjes. Als ik er naar vraag zegt hij dat het voor de kindertjes is. Deze kinderen zijn voor meneer echt aanwezig, maar ze zijn er niet. Als ik naar hem kijk zie ik een oude, kwetsbare, magere man met vuile kleding aan. Hier kan wel een beetje hulp in, is mijn eerste gedachte. En zo start de zorg rondom deze man. Eerst drie keer per week en binnen een korte tijd komen mijn collega’s en ik dagelijks.
Als ik langer over de vloer kom, mag ik ook boven kijken. Wat een schrik, hij slaapt op een matras op de grond, met een handdoek en een vuil dekbed. De douche staat vol gestapeld en wordt dus niet gebruikt. Overal heeft hij bedjes getimmerd. Die zijn voor de kinderen, zegt hij. Meneer zegt dat de kinderen aan hem zijn gegeven. Hij vindt het verschrikkelijk dat hun ouders niet voor ze zorgen, maar hij wil wel voor ze zorgen. Overal in huis ligt speelgoed en liggen er snoepjes en koekjes. Alles voor de kinderen, ik heb ze nooit gezien, maar voor hem zijn ze echt.
‘s Nachts als hij niet kan slapen gaat hij timmeren en klussen. Soms denkt hij dat de kinderen in de kast vast zitten en gaat hij midden in de nacht de kasten uit elkaar halen. Dit tot overlast van de buren. Snoeren van allerlei apparaten worden afgeknipt. Daarna weer in elkaar gezet, zonder stekker worden er stroomdraden in de stopcontacten gedaan en meneer kookt ook nog zelf, het is levensgevaarlijk.
De buren maken zich zorgen, ook zij hebben contact met de wijkagent en de huisarts. Ieder die betrokken is, de huisarts, de praktijkondersteuner en de wijkagent, maken zich grote zorgen. De gemeente is op de hoogte, maar neemt geen verantwoording voor de bewoner van hun dorp. Zij vinden dat er maar een opname plaats moet vinden. Ook voor die mening heb ik begrip, maar er is geen plaats beschikbaar. Zelf zal hij de handtekening niet zetten, want volgens hem kan hij prima voor zichzelf zorgen.
De wijkzorg komt elke dag even kijken bij meneer, ook al vindt er geen verpleging of persoonlijke zorg plaats. Maar wat kunnen wij, wij kunnen geen escalaties voorkomen, we kunnen alleen maar laten zien dat we er zijn. Maar wat hij de overige uren doet, ik heb geen idee. Wanhopig word ik er van.
Inmiddels hebben we stappen gezet en hebben we een bewindvoerder gevonden die de zaken van meneer gaat behartigen, ook hebben we een indicatie gekregen zodat een opname gerealiseerd kan worden. Maar er zijn lange wachtlijsten. Dus moeten we hopen dat het rustig blijft of dat er wel een escalatie gaat komen. We hebben advies gevraagd aan een psychiater, maar ook dat duurt allemaal weken voordat het is gerealiseerd. Want dan zou er een rechterlijk machtiging kunnen worden gevraagd want ja dat moet, anders kan meneer niet worden opgenomen.
Hoe dit verhaal verder zal gaan, niemand die het weet. Maar zoals je kunt lezen is het allemaal erg ingewikkeld geregeld in de wet en regelgeving. We duimen maar dat er geen ongelukken gaan gebeuren.
Lieve groet, Mariëlle.
Nawoord:
In de weken nadat ik bovenstaande heb geschreven, komen dingen ineens in een stroomversnelling. De psychiater had na 1 bezoek een helder beeld van de situatie. Nadat zij haar verslag had gemaakt, ontspoorde de situatie bij meneer. Hierop is actie ondernomen door de politie in te zetten. Zij vonden op dat moment de situatie nog niet dreigend genoeg. Totdat diezelfde avond meneer verward op straat liep, hierop hebben buren gelukkig gebeld met 112. De agenten die toen met de zaak aan de gang gingen hebben doorgepakt. Nog diezelfde avond is meneer opgenomen in een veilige omgeving. Nu maar hopen dat hij dit kan accepteren en er nog een beetje prettig kan gaan wonen.