Mariëlle’s blog over de wijkzorg – deel 46: Huidige zorg

Zoals ik in eerdere blogs al heb geschreven, heb ik echt een veelzijdige baan. Geen dag is hetzelfde, geen zorgmoment is hetzelfde. Zo sta ik een oude dame te helpen om weer zelfstandig te leren douchen en het moment erna sta ik een wond te spoelen, om vervolgens iemand in z’n laatste levensfase te begeleiden en te verzorgen. Het werk in de wijk vraagt flexibiliteit en creativiteit. Je hebt niet altijd de juiste middelen voorhanden, om soms maar te zwijgen over de Arbo technische mogelijkheden. Toch zorgen wij dag in dag uit voor onze cliënten.
Maar er is wel wat veranderd in de zorg thuis.
Daar waar ‘vroeger’ de wijkzuster de zorg volledig op zich nam; vaak met de nodige huishoudelijke taken erbij, ligt nu het accent op het vergroten van de zelfredzaamheid van de cliënt. Met de juiste hulpmiddelen is dit vaak goed aan te bereiken. Taken die wij uitvoeren zijn gericht op verpleging en herstel. Wij voeren geen huishoudelijke taken uit. Waarom is dat? Om meer dan één reden, er is onvoldoende personeel is om tot in den treure een handeling uit te voeren die zelf kan worden aangeleerd. Ook het grote tekort aan zorgpersoneel, zorgt voor het kritische kijken op een zorgvraag. Een zorgverzekeraar bepaalt wat er wordt betaald voor de geleverde zorg. De tarieven voor verzorging en verpleging anders zijn en er zijn meer hulpmiddelen beschikbaar om weer zelfstandig te worden. Daarbij doordat de zorgverzekeraar betaalt voor de zorg die wordt geleverd , horen daar wel een aantal voorwaarden bij. Eén van die voorwaarden is dat wij ons richten op verpleging, herstel en het zorgen voor de inzet van derden.
Dit houdt in dat een zorgverzekeraar verwacht dat de wijkzorg de cliënt motiveert waar dat kan en de zelfredzaamheid motiveert. Als er echt langdurige hulp nodig is, dan stelt de wijkverpleegkundige een indicatie en gaat kijken of er een andere hulpverlener beschikbaar is, die met lagere tarieven de laag complexe zorg kan doen. Denk hierbij aan hulp bij douchen en bijvoorbeeld de steunkousen. Voor sommige cliënten betekent dit dat zij worden overgedragen naar andere aanbieders.
Dit lijkt misschien niet prettig voor een cliënt. Maar de ervaring leert dat een cliënt blij is met geboden zorg en het eigenlijk niet uitmaakt wie deze levert. Daarbij kan een zorgverlener met een lager tarief, soms juist wat meer zorgmomenten maken dan die met het hoge tarief. Want de wijkverpleging krijgt betaald voor verpleging en op die manier wordt er gekeken naar de wijkzorg door een zorgverzekeraar.
Een van de taken van een verpleegkundige in de wijk of wijkverpleegkundige, is dan ook om een gezond huishoudboekje te hebben en te houden. Dit is best lastig uit te leggen soms, vooral aan naasten van cliënten. Om een voorbeeld te noemen, waarom er niet wordt afgewassen, of containers aan de weg gezet, of eten wordt gekookt voor een cliënt. Om de simpele reden, dit is geen taak van de verpleging. Dit wordt toch ook niet aan een huisarts wordt gevraagd als hij langs komt. Steeds vaker krijgen wij te maken met vragen om zorg voor een zorgmoment die wij niet kunnen indiceren. Bijvoorbeeld om iemand zijn gordijnen dicht te doen voor het slapen gaan. Of eten verwarmen, omdat iemand niet durft om de magnetron te bedienen. Het is begrijpelijk dat familie hier niet elke dag voor kan komen, maar ook voor de wijkverpleging is dit geen indicatie.
Gelukkig zijn er veel alternatieven zoals bijvoorbeeld het gebruik van domotica of google home of andere snufjes. Domotica is zelfs op afstand te sturen. Denk daarbij aan het sluiten van gordijnen, lichten aan en uitzetten, verwarming bedienen, spreken door een tablet/beeldvelden en nog veel meer toepassingen. Wat betreft het eten, zijn er verschillende vormen van maaltijdvoorziening die ingezet kunnen worden. Wellicht kan familie een buurvrouw vragen of kan de cliënt een makkelijk te bedienen magnetron aanschaffen.
Sommige gemeenten hebben al maaltijdvoorzieningen gefaciliteerd. Want zolang mogelijk thuis wonen op een goede, veilige en verantwoorde manier dat wil iedereen. Hoe dit de komende jaren er uit zal zien? Geen idee, maar van ons professionals wordt verwacht om kritisch naar een zorgvraag te kijken. Hoe wrang dit soms ook is, wij kunnen niet iedereen in zorg nemen. Door kritisch te kijken naar de zorgvraag hopen wij de cliënten die de zorg en verpleging het hardst nodig hebben te kunnen helpen. Nu maar hopen dat er nog steeds mensen in de zorg willen werken, voor nu en voor de toekomst.
Lieve groet,
Mariëlle