Mariëlle’s blog over de wijkzorg – deel 42: Levenskracht

Al jaren was hij ziek; behandeling na behandeling met als resultaat steeds weer op te knappen. Hij voelde zich goed en had een enorme levenslust. En maakte hij samen met zijn partner de prachtigste reizen. Op de fiets toeren naar vele landen, cruisen, op safari en naar Azië. Je kan het zo gek niet bedenken of ze waren er geweest. Genoten van alle mooie dingen in het leven en vooral van elkaar.
Beide hadden kinderen uit eerdere relaties en toch zag ik een eenheid. Met elkaar halen uit het leven wat er in zat. Tot begin van het jaar, een verpletterende uitslag kregen zij te horen. Hij zou nog een maand of 3 te leven hebben.
Wij van de wijkzorg werden gevraagd door de huisarts om dhr te gaan helpen met douchen om een vertrouwensband op te gaan bouwen. Dat douchen was dan ook het enige wat hij van ons wilde. In het begin zelfs met een paar collega’s de zorg verlenen. We lieten de regie zoveel mogelijk bij hem. Hij was schooldirecteur geweest en had jaren voor de klas gestaan. Hij zag in onze jonge collega’s zijn studenten van de school. Hoe moeilijk hij het vond om geholpen te worden door die jonge meiden.
De zorg werd langzaam uitgebreid, maar bleef bij een paar momenten per week. Een maand ging voorbij, de volgende maand ging voorbij en nog een maand ging voorbij. De afgegeven terminaal verklaring moest worden verlengd. En ondanks dat hij verzwakte, zag het er niet naar uit dat hij snel zou komen te overlijden. Tot die maandag, ik schrok en zag een vreselijk zieke man. Vanaf dat moment kwamen wij twee keer per dag. Om hem te verzorgen en om zijn partner te ondersteunen. Huisarts kwam om een beleid af te spreken en de medicatie aan te passen En zo werd de situatie weer stabiel, er passeerde weer enkele maanden. Maanden waarin hij nog steeds alles uit het leven wilde halen. Hij ging nog een dag mee met de ambulance wens. Ging zelfs lunchen met familie. Zo werden er nog mooie herinneringen gemaakt. Intussen werd hij magerder en sliep steeds meer. Zelfstandig naar toilet kon niet meer. Daarop werd nachtzorg ingezet. ‘s Nachts kreeg hij extra slaap medicatie, maar overdag wilde hij wakker zijn. Hij wilde nog niet opgeven. Loslaten van zijn dierbaren en zijn leven leek onmogelijk. Pratend over het komende einde bespraken we ook de worsteling over het levenseinde. De maanden dat wij bij het echtpaar over de vloer kwamen waren intensief en je bouwt een band op. Een bijzondere band bij een proces rondom het levenseinde.
Toen kwam het moment waarin hij aangaf moe te zijn, letterlijk doodmoe. Op de vraag of slapen prettig was, kwam een duidelijke ja. Ik denk dat ik wil slapen en niet meer wil ontwaken. Dat was het moment waarop ik de huisarts inschakelde. Er volgde nog een gesprek en een inschatting van de situatie werd gemaakt. Het lijden was ondraaglijk. In opdracht van de huisarts is dan vandaag de sedatie gestart. Met tranen in mijn ogen heb ik de slaapmedicatie gegeven. Daarna heb ik afscheid genomen van een bijzondere man. Bij het weggaan lag hij in diepe slaap. Zijn grote liefde in tranen naast zijn bed. Ik hoop dat hij rustig heen gaat en dat hij niet meer hoeft lijden. Het laatste stukje zullen we er met alles wat in onze macht ligt, zijn voor haar en voor hem.
Lieve groet, Mariëlle