Mariëlle’s blog over de wijkzorg – deel 4: Eenzaamheid

Een dame van 89 jaar, al 20 jaar alleen, heeft geen kinderen of familie in de buurt. Mevrouw E. heeft geen hoge pet op van al die mensen die zich met haar bemoeien. Nee hoor, volgens haar heeft zij geen hulp nodig. Als je aanbelde, zette ze de deur op een kiertje en keek ze je aan met een blik van “wat moet je hier?”. Er was al vaak geprobeerd om mevrouw E. te helpen met douchen of wassen, maar tevergeefs, ze liet je gewoonweg niet toe.
Tja wat doe je dan? Allereerst maar eens proberen binnen zien te komen. Was het mogelijk om een gesprek te voeren met mevrouw E.? Elke dag probeerden we het weer, aanbellen en hopen dat ze open deed. En ja hoor, ons geluk werd beloond! Na een week of twee mochten we eindelijk naar binnen. Door onze groene vesten zijn we herkenbaar en lijken we allemaal op elkaar. Grappig genoeg mochten de (slechts twee) mannelijke collega’s wel direct binnen komen!
Langzaamaan leerden we haar interesses en voorgeschiedenis kennen, daardoor konden we meer gericht vragen naar haar beroepen en de verre reizen die zij had gemaakt. Mevrouw E. leek ons bezoek steeds prettiger te vinden, want een gesprek voeren dat doe je niet in je eentje. “Die stoelen zeggen niets terug…” zei mevrouw E. dagelijks.
Tijdens de maandelijkse weegmomenten kwamen wij erachter dat mevrouw E. voldoende at, want haar gewicht bleef stabiel. Ondanks dat we haar niet mochten wassen of douchen, ging het haar blijkbaar zelf toch goed af. Maar tussen de regels door hoorde je iets anders zorgwekkends…. “Tja, als je niet alleen oud wil worden, dan moet je er een eind aan maken… spring maar van de flat!”, zei ze. Haar eenzaamheid, dat was zo verschrikkelijk.
Op den duur kwamen wij dagelijks kijken bij mevrouw E. en ondanks dat zij geen medicatie gebruikte, niet afviel of zich niet vervuilde, had zij toch een probleem. Namelijk het alleen zijn. Dagbestedingen, uitjes, particuliere hulp, alles hebben we geprobeerd. Maar door haar dementie was ze niet in staat om met eenzaamheid om te kunnen gaan. Mevrouw E. raakte steeds dieper in haar dementie, ze haalde bijvoorbeeld dag en nacht door elkaar. En als zij trek had wilde zij eten, ook al was dat midden in de nacht. Wanneer zij niets in huis had, belde zij gerust om 3.00 uur ‘s nachts aan bij de buren. De buren vonden haar maar lastig, ze snapten niet waarom zij zo deed.
Uiteindelijk is er met mevrouw E. gesproken over het alleen zijn en gaf zij steeds vaker aan wel met andere mensen te willen wonen. Als ze maar niet dement zijn, zei ze er dan nog bij. Na lang zoeken is er een geschikte plek gevonden voor mevrouw, waar zij aardappelen mag schillen en zo veel kan kletsen als ze wil. Want ook al is er geen direct gevaar van verwaarlozing of gevaar voor de omgeving, soms is alleen zijn net zo dodelijk.
Het heeft ons geleerd dat geduld opbrengen en vooral luisteren naar de verhalen achter de persoon, uiteindelijk de mogelijkheid geeft om actie te kunnen ondernemen. Wij hebben afscheid genomen van een oude wijze vrouw, hopen dat zij nog een mooie tijd mag hebben op haar nieuwe plek.
Lieve groet,
Mariëlle