Mariëlle’s blog over de wijkzorg – deel 30: Gewoon een cliënt

Het is woensdagochtend vroeg als ik bij haar naar binnen stap. Ze slaapt nog, in het bed in de woonkamer. Ik roep goedemorgen, maar ik krijg geen reactie. Ik loop naar haar toe en raak haar voorzichtig aan. Goedemorgen herhaal ik, ze wordt wakker en kijkt ietwat verdwaasd. “Is het al zo laat?”, vraagt ze.
Ik kom hier al lange tijd, zeker 5 jaar. In het begin kwamen wij om voor haar partner te zorgen. De man had op dat moment dementie, had hulp nodig met wassen en aankleden, mevrouw was toen eind 80. Een pittige dame, een boerendochter die vroeger hard heeft moeten werken. Later toen zij getrouwd was met haar grote liefde kregen zij 6 kinderen. Het echtpaar had een winkel en met veel plezier werkte zij samen. Toen de winkel werd verkocht zijn ze naar hun huidige woning verhuisd. Zo werd het leven een stukje rustiger. Kinderen groeiden op en kregen zelf weer kinderen, het was altijd een gezellige boel om mevrouw heen. Mevrouw bleef samen met haar partner achter. Toen haar partner na een behoorlijke onrustige periode van veel zorgen overleed, werd het voor mevrouw stil.
Ook letterlijk stil, haar gehoor was slecht. Haar levensdoel van zorgen voor haar man was weg. We zagen haar steeds minder huishoudelijke taken doen, ze vergat te eten, met gewichtsverlies als gevolg en daardoor ook weer val-gevaarlijk. Er werd een overleg gepland met de familie. Ieder gaf zijn zorgen weer en er werd gesproken over mogelijke oplossingen. Er werd huishoudelijke hulp uitgebreid en wijkzorg ging de zorg uitbreiden. Het idee van dagbesteding werd nog niet enthousiast ontvangen. Familie doet zijn best en zorgt dat mevrouw voldoende boodschappen in huis heeft. Er is een hulp die 2x per week komt voor het huishouden. De wijkzorg komt voor ondersteuning bij wassen en inname medicatie, tevens zetten wij de maaltijden klaar. Maximaal 4 x per dag komen wij bij haar.
Nu al die jaren later komen wij nog steeds bij deze mevrouw. Haar geheugenproblemen zijn erger geworden, ze vergeet de tijd, vergeet zelf te eten. Het niet goed kunnen horen zorgt voor een kwetsbare situatie. Desondanks is mevrouw een tevreden persoon. De wijkzorg werkt nog steeds nauw samen met haar familie en met elkaar proberen wij de zorg voor mevrouw zo goed mogelijk vorm te geven.
Ook dagbesteding blijkt, na een moeilijk start, van grote waarde te zijn voor mevrouw. Ze doet mee waar ze kan en het gezelschap om haar heen doet haar goed. Mevrouw vindt het er prettig en ze gaat makkelijk mee. En het mooiste van zo’n dag voor mw is het thuis komen. In haar huis. Waar ze uren over de krant kan doen en zittend aan tafel haar laatste stukje van haar leven leidt. Precies zoals zij dat wil.
Lieve groet,
Mariëlle