Mariëlle’s blog over de wijkzorg – deel 22: Leven en dood

Het lijkt vandaag een gewone dag in de wijk. Deze ochtend werken we met drie collega’s. Er zijn momenteel geen ernstige zieken en er is geen terminale zorg. Na een kop koffie en de rapportages te hebben gelezen, gaan we de wijk in. Wanneer ik later op de ochtend bijna klaar ben bij mijn cliënt en een rapportage wil schrijven, zie ik een hulpvraag van mijn collega op de tablet. Terwijl ik het bericht zie, maak ik mijn rapportage af en stap naar buiten. Op dat moment belt ze en roept: help kom hierheen, ik denk dat mevrouw A. dood is! Ik zeg tegen haar dat ik er met 3 minuten ben. Ik spring op mijn scooter en rijd richting de flat. Als ik aankom zie ik mijn jonge collega op het balkon staan. Ze roept vanaf het balkon dat ik moet opschieten.
Het is een oude flat waarbij de lift niet snel is en het trappenhuis zonder sleutel niet toegankelijk. Ik stap dus de lift in en als ik aankom, komt mijn collega mij tegemoet. Ze heeft al contact gehad met 112 en aangezien mevrouw A. niet gereanimeerd wil worden, hebben we de opdracht gekregen niets te doen en te wachten tot de ambulance er is.
Samen lopen we naar binnen en houden wij elkaar goed in de gaten. Ik zie dat mijn collega behoorlijk is aangeslagen. Maar desondanks handelt zij als een heldhaftige verpleegkundige. De cliënt in kwestie is waarschijnlijk onwel geworden en direct overleden. Nadat de dood officieel is vastgesteld, kunnen wij samen met het ambulancepersoneel mevrouw A. netjes neerleggen en haar overdragen aan de familie.
We nemen afscheid en wensen de familie sterkte. Ik neem de volgende cliënt van mijn collega over en zij gaat naar kantoor om even op adem te komen. Onderweg breekt zij; wat een heftige situatie. Zodra ik klaar ben, ga ik naar haar toe en we praten over wat er deze ochtend gebeurd is. We zijn ervan onder de indruk.
Het blijkt een grote – zeg maar gerust traumatische – indruk te hebben gemaakt met grote gevolgen voor het gevoel van veiligheid en angst om weer iemand dood aan te treffen. Regelmatig praat ik met mijn collega om haar op die manier te steunen. Ook als team geven wij haar de ruimte om te verwerken. Het is inmiddels weer even geleden, maar toch zit er nog een stukje angst. Wel is er een gevoel van vertrouwen binnen ons team en gezamenlijk zoeken we mogelijkheden om te leren omgaan met dit soort situaties.
Het is heel belangrijk om er voor elkaar te zijn, in voor- en tegenspoed. Open met elkaar communiceren en respect hebben voor iedereen is daarbij belangrijk. Ik ben trots op mijn collega’s die altijd hun best doen voor de cliënten, maar ook zeker voor elkaar.
Liefs,
Mariëlle