Gastblog over de wijkzorg: Verpleegkundige

Geschreven door: Marlies Mascini-Moonen
Wij worden als team gevraagd om een alleenstaande Mw. te ondersteunen met ADL en sondevoeding. Mw. is ernstig ziek en heeft moeite met spreken en heeft veel speekselvorming doordat in dat gebied een tumor zit, die inoperabel is.
Mw. heeft besloten bestraald te worden om het leven momenteel wat aangenamer te maken, beter wordt zij niet meer.
Een verpleegkundige van beroep en onszelf kennende zal het een uitdagende zorgvraag worden. Want eigenzinnig zijn wij, verpleegkundigen, wat zorg betreft.
Het is aftasten wat de wens is en welke zorg wij gaan bieden om Mw. een nog zo comfortabel mogelijke periode door te laten maken. Mw. wil de regie niet uit handen geven en zeker niet betutteld worden.
Het spreken valt Mw. zwaar, de ene dag gaat het makkelijker dan de andere dag. Daar pas ik m’n gesprekken op aan. Afwisselend met ene dag wat meer aandacht voor praktische zorg dan de andere, alles naar de wens van Mw.
Langzamerhand bouw ik een band op.
In overleg met mw. ondersteunen we ook in contacten met vervoerder naar het ziekenhuis voor bestraling. Want ik zie hoe lastig het is, als je alleenstaand bent is en heel moeilijk verstaanbaar. Mw. waardeert dat enorm. En ik ben blij dat ik ook hier in wat kan betekenen, al hoort dit niet tot mijn takenpakket.
Na een aantal weken zorg wordt het leven Mw. te zwaar en spreken we over kwaliteit van leven en besluit Mw. tot euthanasie. Op de weg daarnaar toe, praten we erover, als het lukt. De energie die het Mw. kost, wil ze verdelen, tussen haar familie, de huisarts en ons.
De dag van afscheid van het leven komt naderbij. Ook een stukje administratie hoort bij onze afronding van de zorg. M’n collega vraagt hoe zij de zorg heeft ervaren naar aanleiding van een vragenlijst van de organisatie. Allemaal achten, negens en tienen, in volle tevredenheid.
Aan andere collega vertelt Mw. dat ze het jammer vindt dat ze niet meer meemaakt hoe het afloopt met het COVID-19 virus.
Het laatste zorgmoment is aan mij. Ik neem alle tijd om haar moeilijk verstaanbare woorden te volgen. Ik neem haar handen in die van mij, dan maar even niet aan de Coronamaatregel denkend.
Het wordt een onverwacht, bijzonder en ontroerend gesprek.
Met het allermooiste compliment dat we als team kunnen krijgen neem ik afscheid: “Als ik weer de verpleging in zou gaan, ga ik voor de wijkzorg kiezen”.